'Ik ben blij dat ik er nog ben'

Marieke Bakker (52), operatieassistent bij het Antonius Ziekenhuis in Sneek, kreeg 27 jaar geleden een ernstig motorongeluk en belandde zelf als traumapatiënt op de OK. ‘Ik was er slecht aan toe. Het was onzeker of ik kon terugkomen in het beroep dat ik zo leuk vind.’ (tekst: Femke van den Berg; foto: Ivonne Zijp)

Ziekenhuis met op de werkvloer operatieassistent Marieke Bakker

Een mooie voorjaarsdag in 1995. Het leven lachte operatieassistente Marieke Bakker toe. Ze had een fijne baan in het MCL in Leeuwarden, een leuke vriend en was net twee dagen eerder 25 geworden. Nu was ze met drie anderen, waaronder haar vriend, op de motor op weg naar de Ardennen. En toen ging het opeens vreselijk mis …

Wat gebeurde er precies?

‘We reden in Noord-Limburg op een tweebaansweg, dus met verkeer in beide richtingen. Toen de eerste motorrijder van ons groepje een auto inhaalde, ging ik erachteraan. Omdat de weg een lichte helling had, zag ik helaas niet dat op de andere baan een vrachtauto naderde. Toen die ineens opdook, probeerde ik snel naar rechts te gaan. Maar het was heel druk op de weg en het invoegen lukte niet. Toen ben ik met mijn linkerkant tegen de zijkant van de vrachtwagen gereden. Ik ging onderuit en belandde met een boog op het wegdek.’

Weet je dat nog?

‘Nee. Mijn vriend heeft het me later verteld. Ik ben hard op het asfalt terechtgekomen, met mijn linkerbeen in een rare hoek. Hij vreesde zelfs dat ik een dwarslaesie had. Vervolgens ben ik met een ambulance naar Venlo gebracht, naar het Sint Maartensgasthuis – het huidige VieCuri Medisch Centrum. Ik heb daar één herinnering aan: ik lag op de Spoedeisende Hulp op een brancard en had het heel erg koud. Ik zei dat mijn been steeds meer pijn deed. Daarna weet ik niets meer. Pas anderhalve week later kwam ik bij.’

Wat was er in die tijd gebeurd?

‘Die eerste anderhalve week ben ik in slaap gehouden. Blijkbaar heb ik toen verschillende operaties gehad, want mijn linkerkant was behoorlijk stuk: fracturen in been en schouder, een gescheurde slagader en zenuwletsel. Van die operaties herinner ik mij niets meer. Mijn toestand was kritiek, omdat ik erg veel bloed had verloren. Het was onduidelijk of ik het zou gaan redden.

Toen ik wakker werd gemaakt, lag ik op de IC en vertelde een verpleegkundige mij dat ik een ongeluk had gehad.’

En toen?

‘Na ongeveer twee weken kon ik van de beademing af en werd ik naar de verpleegafdeling gebracht. Het was best vreemd om zelf in het ziekenhuis te liggen. Tegelijkertijd ervaarde ik dat ik voordeel had van mijn achtergrond als operatieassistent, omdat ik door ons vak beter kon begrijpen wat er aan de hand was en wat er ging gebeuren.

Korte tijd later verhuisde ik naar het ziekenhuis in Sneek, vlak bij mijn woonplaats. Daar heb ik ook nog twee maanden gelegen. Daarna begon de revalidatie.’

Hoe zag die revalidatieperiode eruit?

‘Het was heel pittig. Ik had veel fysiotherapie en moest natuurlijk ook thuis allerlei oefeningen doen, vooral voor mijn linkerschouder. Maar ik had een doel: binnen een jaar wilde ik weer terugkomen in mijn mooie beroep en als vanouds aan tafel staan op de OK. Dat is ook gelukt, al kon ik aanvankelijk alleen assisteren bij eenvoudige ingrepen.

Ongeveer een jaar na het ongeval heb ik nog een operatie gehad in het LUMC voor een zenuwtranspositie, in de hoop dat ik hierdoor mijn linkerarm beter zou kunnen gebruiken. Uiteindelijk ben ik zo’n anderhalf jaar bezig geweest met revalideren.’

Ben je volledig hersteld?

‘Bijna. Er zijn enkele bewegingen die ik niet meer kan maken met mijn linkerarm. Daar heb ik in mijn werk nauwelijks last van, behalve bij bepaalde scopieën. Dan lukt het mij niet om de scoop goed te bedienen. Als ik weet dat er zo’n ingreep gepland staat, spreek ik met mijn collega’s af dat ik ga instrumenteren of omlopen. Zo lossen we het onderling altijd goed op.’

Later belandde je nog eens als patiënt op de OK, toch?

‘Klopt! In 2000, aan het eind van mijn kraamweek, kreeg ik een galblaasontsteking. En dus lag ik wéér op de operatietafel, ditmaal in het Antonius Ziekenhuis van Sneek. Dat herinner ik me nog wel goed. Ik weet nog hoe kwetsbaar ik me voelde en hoe indrukwekkend ik het vond: die lampen boven je, de zorgprofessionals om je heen … ’

Werkte je toen zelf al in Sneek?

‘Nee, ik was nog in dienst bij het MCL, als allround operatieassistent. Daar had ik het prima naar mijn zin, al stond de reistijd me wat tegen. Ik had net een tweede kindje gekregen. Ná mijn verlof zou ik, op weg naar het werk, eerst twéé kleintjes moeten wegbrengen naar de opvang … Terwijl ik als patiënt op de OK in Sneek lag, heb ik gevraagd of ze vacatures hadden. Dat was het geval. Ik solliciteerde en werd tijdens mijn zwangerschapsverlof aangenomen! Sindsdien ben ik gebleven. Tegenwoordig werk ik vooral voor gynaecologie en orthopedie.’

Hebben jouw ervaringen als patiënt je veranderd als OK-assistent? Wat heb je ervan geleerd?

‘Ik ben mijn werk niet heel anders gaan doen. Wel kan ik me nu makkelijker inleven in patiënten en probeer ik ze altijd op hun gemak te stellen. En soms merk ik dat operaties me meer raken, omdat ze me herinneren aan wat mijzelf is overkomen. Dat gebeurde vooral toen ik nog in het MCL werkte, waar ze ook acute traumapatiënten opereren. Dat doen we in Sneek niet. Maar laatst hadden we toevallig een patiënt die in zijn jonge jaren óók een ernstig motorongeval overleefde. Hij kwam er alleen minder goed vanaf dan ik, want hij miste een arm en been. Ik voel op zo’n moment altijd dankbaarheid, omdat ik er nog ben en zoveel geluk heb gehad.’

Heb je ooit nog motorgereden?

‘Dat heb ik wel geprobeerd. Maar het sturen bleek te zwaar voor mijn arm. Toen dacht ik: “Waarom wil ik dit eigenlijk?” Vervolgens heb ik het motorrijden maar losgelaten.’

Wat zijn je toekomstplannen?

‘Het zou mooi zijn als ik mijn pensioen kan halen als operatieassistent. Ik vind het nog altijd een prachtig beroep. Wat me vooral aanspreekt? De afwisseling, dat je iets voor patiënten betekent, het contact met de collega’s. Helaas merk ik wel dat het werk me fysiek zwaarder begint te vallen. Na mijn veertigste kreeg ik last van mijn rechterschouder en rug. Dat komt door het ongeval: doordat ik mijn linkerarm niet volledig kan gebruiken, ben ik gaan “compenseren”.

Overigens merk ik ook aan andere veertigplus-collega’s dat ze sommige werkzaamheden pittig vinden. Bij veel ingrepen werk je immers met zware apparatuur en instrumentensets. En je moet vaak patiënten tillen en draaien. Daarom wil ik mij op mijn werk gaan inzetten voor levensfasebewust personeelsbeleid. Misschien kunnen we het bijvoorbeeld zó regelen dat oudere operatieassistenten straks vooral bij lichtere operaties worden ingepland.’

Heb je nog tips voor collega’s?

‘Probeer je in de patiënt te verplaatsen. Stel je voor dat je zelf op die tafel ligt, hoe zou jij dan benaderd willen worden? Verder: denk om je lichaam! We hebben best een zwaar beroep. Dus werk ergonomisch, pas bijvoorbeeld veilige tiltechnieken toe om je lijf te sparen. En vooral: heb het leuk met elkaar. Dat houdt je op de been, ook als het even tegenzit.’


 

Wij zoeken jou: vertel je verhaal en lees het terug in Operationeel!

De LVO is altijd op zoek naar inspirerende verhalen van de werkvloer. Wil jij wat kwijt over je werk? Hoe zie jij je vak? Wat vind je interessant? Hoe zie jij jouw toekomst op de OK? En... wil je net als jouw collega's ook op de cover van Operationeel? Twijfel dan niet en stuur vandaag nog een e-mail naar: redactie@lvo.nl

Enkele covers van Operationeel, het magazine voor operatieassistenten

Een paar keer per jaar publiceren wij Operationeel, hét magazine voor alle operatieassistenten in heel Nederland. In de rubriek 'OK-collega uitgelicht' lees je steeds weer een inspirerend verhaal van de werkvloer. Voor deze rubriek zijn we op zoek naar - nog meer - operatieassistenten die hun verhaal willen vertellen.

Iets voor jou? Neem dan gerust contact op met Ingrid Lutke-Schipholt (hoofdredacteur) via redactie@lvo.nl

We komen graag met je in contact!