Vorig jaar maakte de ervaren operatieassistent Judith Middendorp (59) de overstap van de Oogartsenpraktijk Delfland naar Het Oogziekenhuis Rotterdam. ‘Ik heb superveel geleerd over heel bijzondere ingrepen.’ (tekst: Femke van den Berg; foto: Ivonne Zijp)
Wat wilde je als kind worden?
‘Kleuterjuf! Maar toen ik ouder werd, veranderden mijn plannen gaandeweg. Het werd de hbo-opleiding Voeding & Diëtetiek. Helaas bleek het na mijn diplomering lastig om een baan te vinden als diëtist. De werkloosheid was toentertijd groot. Daarom ben ik aan het werk gegaan als voedingsassistente. Eerst in het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag, later in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft. Op een gegeven moment zochten ze daar mensen die de opleiding tot operatieassistent wilden doen. Vanwege mijn grote interesse in het menselijk lichaam en omdat ik graag in teamverband patiënten wilde helpen, leek dat me wel wat. In september 1990 ben ik gestart met de opleiding. Op 8 juli 1993 – mijn dertigste verjaardag – behaalde ik het diploma.’
Kun je iets meer vertellen over je loopbaan?
‘Ik bleef als operatieassistent met veel plezier werken in het Reinier de Graaf Gasthuis, aanvankelijk voor alle specialismen. Later werd ik terreindeskundige, voor KNO en voor oogheelkunde. Vooral oogoperaties vond ik fascinerend. Zo assisteerde ik bijvoorbeeld bij staar- en strabismusoperaties. Op een gegeven moment raakte ik tijdens mijn werk op de OK in gesprek met een patiënt/collega die vertelde dat zij in Oogartsenpraktijk Delfland werkte. We wisselden telefoonnummers uit en zo is het balletje zogezegd gaan rollen. Al snel werkte ik een dag per maand in de oogartsenpraktijk. In 2018 besloot ik helemaal over te stappen. In deze mooie baan heb ik veel bijgeleerd, bijvoorbeeld over oculoplastische chirurgie.’
Toch werk je nu in Het Oogziekenhuis Rotterdam?
‘Klopt! Ook dat kwam op mijn pad. Ik werd gebeld door een uitzendbureau met de vraag of ik interesse had om eens elders te kijken. Dat had ik wel, want ik zocht meer uitdaging op de OK. Sinds september 2022 werk ik in Het Oogziekenhuis Rotterdam. Hier hebben ze enorm veel knowhow over een grote variëteit aan oogoperaties. Ik instrumenteer nu bijvoorbeeld ook bij netvlieschirurgie en ingrepen aan de cornea.’
Hoe zag je inwerktraject eruit?
‘Dat was heel uitgebreid. De eerste twee tot drie maanden keek ik mee bij de vitreoretinale chirurgie. En daarna bij de operaties aan het voorsegment van het oog, zoals ingrepen aan de cornea. Ik ben vooral ingewerkt door Martinet Buurma; een zeer ervaren operatieassistente die binnenkort met pensioen gaat. Maar ook door andere collega’s. Veel van de operaties waren nieuw voor mij. Ik kreeg te maken met een ander instrumentarium, andere apparatuur, nieuwe technieken. De collega’s gaven me alle ruimte om hiermee te leren werken.’
Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit?
‘Mijn wekker gaat om tien over halfzes. Ik maak dan mijn ontbijt en pak daarna de metro. Om ongeveer zeven uur ben ik op mijn werk, waar ik eerst ontbijt. Om halfacht hebben we de dagstart met alle collega’s. Daarna gaan we naar de eigen OK. Daar krijgen we een korte briefing, leggen we nog wat steriele spullen klaar en starten we de apparatuur op. En dan begint de eerste operatie. Gemiddeld zijn er zo’n zes ingrepen op een dag. Om 17.00 uur zit mijn werkdag erop en ga ik naar huis.’
Wat maakt jouw baan leuk?
‘Vooral de inhoud van het werk! Het Oogziekenhuis doet heel gespecialiseerde ingrepen. Ik ben echt onder de indruk van alle bijzondere oogoperaties die er worden gedaan. Het werk is bovendien heel afwisselend. We hebben een gezellige club mensen, met wie het fijn samenwerken is. Ik ben er trots op om hier deel van uit te maken.’
Wat vind je minder leuk?
‘Dat ik nog een beetje moet zoeken naar een goede balans tussen werk en privé. Momenteel werk ik drie dagen van negen uur achter elkaar en heb ik ook nog een lange reistijd. Ik merk dat dit best pittig is. Zeker in combinatie met mijn gezin, bestaande uit mijn man, twee nog thuiswonende zoons – de oudste is het huis uit – en een jonge hond. Mogelijk kan ik in de toekomst de uren anders over de week verdelen, waardoor de balans beter wordt.’
Merk jij iets van het tekort aan operatieassistenten?
‘We merken, net als in heel Nederland, dat er een tekort is aan zorgpersoneel. Gelukkig kunnen we de volledige patiëntenzorg nog wel altijd blijven bieden. Maar als hoogcomplexe oogheelkundige operaties je aanspreken: kom dan vooral bij ons werken!’
Wat zijn je toekomstplannen?
‘Nog beter worden in mijn vak. Inmiddels ben ik aardig ingewerkt. Nu is het belangrijk om vlieguren te maken. Als ik de werkzaamheden straks meer op routine kan doen, houd ik hopelijk tijd over om binnen het ziekenhuis extra taken op mij te nemen. Welke dat zullen zijn? Dat weet ik nog niet. Maar ik sta er beslist voor open om nieuwe zaken op te pakken.’
Doe je ook aan nascholing?
‘Zeker! Ik vind het interessant om mijn vak bij te houden en over nieuwe ontwikkelingen te leren. Zo heb ik onlangs kennisgemaakt met de Incision Academy. Dit is een digitaal platform voor scholing, waarbij Het Oogziekenhuis is aangesloten.’
Je bent al een hele tijd operatieassistent. Welke veranderingen vallen je op?
‘Vooral hoe snel de ontwikkelingen op medisch gebied gaan. Mijn afstudeerscriptie ging over laparoscopische cholecystectomie. Dat was nog relatief nieuw; voorheen werden er altijd grote incisies gemaakt om de galblaas te verwijderen. Tegenwoordig zijn kijkoperaties de normaalste zaak van de wereld. Ook in de oogheelkunde zijn de ontwikkelingen snel gegaan. Zo kunnen patiënten na een staaroperatie tegenwoordig sneller naar huis, dankzij betere operatietechnieken.’
Je bent ook al bijna 30 jaar lid van de LVO. Waarom?
‘Omdat ik geloof dat je in een groter verband meer bereiken kunt. De LVO komt op voor de belangen van operatieassistenten. Bovendien kun je als collega’s je kennis en ervaringen delen binnen de LVO en van elkaar leren. In het verleden ging ik regelmatig naar congressen van de LVO; dat vond ik altijd heel leuk. Verder vind ik het mooi dat de LVO aandacht heeft voor belangrijke actuele thema’s, zoals duurzaamheid. Dat onderwerp leeft trouwens ook erg in ons team. Hoe kunnen we afval verminderen of materialen hergebruiken? We recycleren onder meer plastic verpakkingen, alle disposables, koffiebekers en afgekeurd instrumentarium. Ter inspiratie staat op de OK bovendien een stoel die is gemaakt van het afdekmateriaal van onze steriele netten.’
Wat zou je collega’s willen meegeven?
‘Gezien mijn werkplek is het misschien een flauwe woordspeling, maar ik zeg het toch: houd oog voor elkaar! De werkdruk is hoog in het ziekenhuis, dus het is belangrijk dat we een beetje voor elkaar zorgen. Gelukkig doen wij dat in ons team. Zo organiseerden we een mooi afscheid voor een collega en hebben we altijd aandacht voor onze zieken. Ook was er recentelijk een geldinzameling voor iemand wiens familie vreselijk is getroffen door de aardbevingen in Turkije. Dan merk je dat we als collega’s naar elkaar omkijken.’