Van dierenartsassistent tot operatieassistent

Linda Marquez Cisneros (39) houdt veel ballen in de lucht. Ze werkt dertig uur per week als operatieassistent, dagcoördinator en ergocoach in het MCL, runt een gezin en is actief in de LVO. ‘Ik zet me graag in voor de erkenning van ons beroep.’ (tekst: Femke van den Berg; foto: Ivonne Zijp)

Ziekenhuis met op de werkvloer operatieassistent Linda Marquez Cisneros

Wat wilde je vroeger worden?

‘Als klein meisje wilde ik graag met dieren werken, bijvoorbeeld bij de bereden politie. Na de middelbare school studeerde ik zowel Diermanagement als Paraveterinair, waarbij je leert over eerste hulp bij dieren, diergeneesmiddelen, medische ingrepen. Daarna werkte ik onder meer als zeeleeuwentrainer in Artis en bij een veterinaire kliniek in Sneek. In dit dierenziekenhuis behandelden we gezelschapsdieren. We namen bloed bij ze af, maakten röntgenfoto’s en deden operaties.’

Hoe kwam je van een dieren- in een mensenziekenhuis terecht?

‘Ik merkte dat ik vooral het uitvoeren van operaties erg boeiend vond en wilde me daar graag verder in ontwikkelen. Maar hoe? Op een dag kwam er een klant, een operatieassistent, met zijn hond naar de kliniek. Die hond moest geopereerd worden. De klant vroeg of hij mocht meekijken tijdens de ingreep. Ik zei: “Dat is goed, maar dan kom ik ook graag een keertje kijken bij jou.” Zo gezegd, zo gedaan. Ik ging langs op zijn werk en wist meteen: dit is het! Vervolgens ben ik de opleiding gaan doen bij het Medisch Centrum Leeuwarden. Sinds 2008 werk ik als gediplomeerd operatieassistent.’

Hoe zag je loopbaan eruit vanaf 2008?

‘Ik ben blijven werken in het MCL, omdat ik het hier ontzettend naar mijn zin heb. In de regio zijn wij het grootste ziekenhuis, met veertien operatiekamers. We doen veel verschillende ingrepen. Dat maakt het werk afwisselend en uitdagend.

Het eerste jaar na mijn diplomering volgde ik een nawerktraject, waarin ik me verdiepte in operaties waar ik tijdens de opleiding niet echt aan toe was gekomen. Daarna koos ik ervoor om te gaan werken op de unit Chirurgie. Die spreekt me het meest aan, omdat de werkzaamheden er wat minder protocollair zijn. Je moet veel anticiperen, actief meedenken, mee-opereren.’

Je werkt ook als dagcoördinator?

‘Ja, klopt. Eén week per maand sta ik niet op de operatiekamer, maar zit ik in “het aquarium”, zoals we dat noemen: een werkruimte met een glazen wand die uitzicht biedt over het operatiecomplex. Als dagcoördinator ben ik onder meer bezig met de logistiek en personele planning: de inzet van de juiste mensen op de juiste plek.’

Je bent tevens ergocoach?

‘Inderdaad. Samen met collega’s heb ik een vierjarige opleiding tot bewegingsketenspecialist gedaan. We leerden kijken naar de fysieke belasting op de OK en wat je zelf als operatieassistent kunt doen om je eigen belastbaarheid te vergroten. Een praktisch voorbeeld: je kunt meer gewicht tillen als je op een goede manier gebruikmaakt van je eigen lichaam. Maar hoe doe je dat? Vóór corona hadden we een dag per week spreekuur om collega’s over dit soort vragen te adviseren. Omdat we met meerdere ergocoaches zijn, kwam ik ongeveer eens per zes weken aan de beurt om dat spreekuur te draaien. Nu de pandemie grotendeels voorbij lijkt, willen we er opnieuw mee starten.’

Wat vind je het allerleukste aan je werk?

‘Als alle puzzelstukjes precies op z’n plek vallen, waardoor je optimale zorg kunt leveren. Een voorbeeld. Bij de bariatrische chirurgie hebben we dedicated teams. Iedereen weet precies wat zijn taak is; we zijn perfect op elkaar afgestemd. Als ik merk dat de ingreep daardoor sneller verloopt, geeft dat superveel voldoening. Vooral ook, omdat we de OK niet werken met pakken melk, maar met patiënten. Voor hen wil je het werk zo goed mogelijk doen.’

Hoe is de sfeer op het werk?

‘Heel erg leuk. Er is weinig verloop. Het komt regelmatig voor dat iemand een 25-jarig of 40-jarig dienstverband viert. Dat zegt natuurlijk wel iets! Ook de samenwerking met de specialisten is goed. Het is gewoon een hele fijne werkplek; ik hoop hier nog lang te blijven.’

Merken jullie de nasleep van corona? Worden er nog operaties uitgesteld?

‘Helaas wel. Dat komt vooral, doordat de verpleegafdelingen nog altijd te maken hebben met veel zieke zorgprofessionals. En op de OK zijn er de laatste tijd best wat mensen met pensioen gegaan. Bovendien zijn sommige collega’s na hun zwangerschapsverlof minder uren gaan werken. We hebben vacatures voor zowel operatieassistenten als anesthesiemedewerkers. Maar in de huidige krappe arbeidsmarkt lukt het niet altijd om snel nieuwe mensen aan te nemen. Het is dus belangrijk om zelf voldoende mensen te blijven opleiden. Daar zet ik me voor in, vanuit onze OK-werkgroep Scholing.’

Je werkt nu zo’n zestien jaar als operatieassistent. Wat is er veranderd sinds je begon?

‘Het werk is veel specialistischer geworden. Zo komt er nu veel meer zorgtechnologie bij kijken. Ook kun je door nieuwe operatietechnieken en anesthesiologische ontwikkelingen tegenwoordige complexe operaties doen die vroeger niet mogelijk waren. Dat alles is een verrijking. Maar het vraagt ook van operatieassistenten dat ze “een leven lang leren”.’

Je bent actief voor de LVO. Hoe is dat zo gekomen?

‘Ik had collega’s die al actief waren in de LVO; zij maakten mij enthousiast. In 2014 werd ik lid van de commissie PR & Voorlichting, een leuke club. Ik zet me in voor de werving en het behoud van leden – laatst hebben we over dit thema nog een training gevolgd.

We zijn onder meer op congressen aanwezig om in contact te komen met collega’s en over de LVO te vertellen. Jongeren benaderen we verder via opleidingsinstituten; studenten kunnen kosteloos lid worden. Ook ouderen motiveren we om lid te worden en te blijven. Zo hebben we voor gepensioneerden een speciaal abonnement ingesteld.’

Je bent nu ook LVO-secretaris?

‘Ja, sinds december 2021. Ongeveer eens per maand hebben we een – online – bestuursvergadering. Heel interessant, omdat ik de LVO nu ook meer op besluitvormingsniveau leer kennen. Verder handel ik als secretaris de binnenkomende mails af. Al met al ben ik gemiddeld zo’n vijf uur per week bezig met mijn werkzaamheden voor de LVO.’

Waarom is een sterke LVO belangrijk?

‘Een sterke vereniging van operatieassistenten kan meer bereiken, zeker richting politiek. Zo is het cruciaal dat “operatieassistent” nu eindelijk eens wordt erkend en gewaardeerd als een beroep dat thuishoort in de Wet BIG. Dat zou niet meer dan logisch zijn: operatieassistenten zijn immers breed inzetbare zorgprofessionals – zo werkten velen tijdens de coronacrisis op de IC of SEH – die bovendien regelmatig voorbehouden handelingen uitvoeren, nu officieel nog onder supervisie van een arts. Bij onze werkzaamheden en verantwoordelijkheden past een BIG-registratie. Daar zet ik mij graag voor in, via de LVO. En ik roep alle operatieassistenten op om ook lid te worden! We hebben echt een heel leuk vak: laten we er samen voor knokken dat het de erkenning krijgt die het verdient.’

Je hebt best een druk leven. Hoe zorg je voor een goede werk-privébalans?

‘Op mijn werk ben ik niet met thuis bezig. En als ik vrij ben, dan ben ik ook echt vrij. Ik onderneem dan graag iets leuks met mijn zoontje van 2,5 jaar. Verder sport ik regelmatig: ik houd van zwemmen en hardlopen. Ook doen mijn man en ik aan salsadansen, een grote gezamenlijke hobby. En natuurlijk heb ik huisdieren. De dierenliefde is altijd gebleven, ook al werk ik tegenwoordig met veel plezier met mensen.’